Wijn proeven, hoe doe je dat op de juiste manier? De gouden tip: veel oefenen. Zo wordt het steeds leuker en interessanter! De volgende tips helpen jou om op een goede manier wijn te proeven. Hier komen ze!
Zorg voor het juiste glas
Het begint al bij het kiezen van een glas. Natuurlijk kan je wijn in elk glas proeven, maar er zijn speciale kenmerken aan een glas die ervoor zorgen dat het glas optimaal is om mee te proeven. Het wijnglas moet een stevige voet en een lange steel hebben, zo kun je het best walsen (rondjes draaien in je glas). De vorm van de kelk moet van onder breed zijn en geleidelijk naar boven smaller worden. De opening van het glas moet niet te smal zijn, dat beperkt het ruiken en de aroma’s die vrij komen, de opening moet ook niet te groot want dan vliegen de aroma’s snel weg. Om de kleur te kunnen beoordelen is het belangrijk dat het glas helder is en niet te dik.
Temperatuur van de wijn
Om een wijn goed te kunnen beoordelen (en er het meest van te genieten) is het belangrijk dat de wijn de juiste temperatuur heeft.
– Rosé, witte wijn en bubbels kan je het best drinken tussen de 8 en 12 º C.
– Dessert en aperitief wijnen tussen de 8 en 10 º C.
– Rode wijn : jong/fruitig/licht rood het best tussen de 13 en 15 º C.
vol/stevig/rijpe en oudere wijnen het best tussen 16 en 18 º C.
De kleur
De kleur van wijn kan verschillen van heel licht tot heel donker. Jonge rode wijn is vaak paars en licht, oude rode wijn heeft vaak een donkerrode, bruinrode kleur. Bij witte wijn wordt de wijn meestal donkerder naarmate die ouder wordt. Wil je de kleur goed zien? Schenk dan een klein laagje in je glas en houdt je glas schuin tegen een witte achtergrond, voldoende (dag)licht is ook belangrijk.
De geur
De geur is het belangrijkste bij wijn proeven, deze bepaalt namelijk 80% van de smaak! Probeer maar een tijdens het eten of drinken je neus dicht te knijpen, dan smaakt het totaal niet meer. Ruik eerst een keer aan je wijn voor je gaat walsen. Nu ga je de wijn walsen (rondjes draaien in je glas), waardoor er meer zuurstof bijkomt en de aroma’s vrij komen, en ruik je nogmaals. Je mag echt je neus in je glas steken en diep inhaleren om goed te kunnen ruiken.
Probeer te ontdekken wat je ruikt. Er zijn acht ‘primaire’ geuren: fruitig, biologisch, floraal, houtachtig, aards, chemisch, plantaardig en kruidig. Probeer eerst te ontdekken of je hier iets van herkent. Hierna kan je dieper ingaan op de geuren, gebruik hiervoor de aromacirkel. Zo kan je stapje voor stapje analyseren wat je nu precies ruikt. Je zult merken, hoe vaker je dit doet, hoe meer je gaat herkennen! Ik vind het altijd leuk om goed te bedenken wat ik zelf ruik en dan op de fles te kijken, vaak staan hier wel enkele geuren op vermeld.
De smaak
Neem een slok en laat de wijn door heel je mond gaan, vervolgens zuig je met getuite lippen een beetje lucht naar binnen, lekker slurpen dus ;). Hierdoor worden de smaakpapillen op je tong geactiveerd. Naast alleen de smaak proef je ook de viscositeit (stroperigheid) van de wijn, de temperatuur en natuurlijk of de wijn wel of geen bubbels heeft.
Wat is jouw ervaring met wijn proeven?